Fysieke gezondheid
Slecht slapen
Veel jonge kinderen hebben wel eens een periode dat ze niet goed slapen. Meestal gaat dat vanzelf weer over. Maar als je kind vaak slecht slaapt, kunnen jij en je kind daar veel last van hebben. Het heeft invloed op het hele gezin en zorgt vaak voor stress. Als ouder kun je een aantal dingen doen om je kind beter te laten slapen.
Je kind wil niet naar bed
Als je peuter niet wil slapen, ga dan na wat er aan de hand kan zijn. Misschien is je kind bang om te gaan slapen? Laat dan de slaapkamerdeur op een kier of laat een lampje aan. Veel kinderen vinden het dan minder eng om alleen te zijn. Ook een vertrouwde knuffel in bed of een lapje met je lichaamsgeur kunnen helpen.
Misschien heeft je peuter moeite om afscheid te nemen van de dag. Je kind is de hele dag bezig geweest met klimmen en klauteren en dingen uitproberen. Is je kind nog erg actief? Doe geen drukke activiteiten rond bedtijd.
Peuters ontdekken dat ze een eigen wil hebben en kunnen ook rond bedtijd proberen hun zin door te drijven. Je kind wil echt het liefst bij jou in de woonkamer blijven, want daar is het gezellig en vertrouwd.
Misschien doet je peuter nog een middagslaapje en heeft hij dat eigenlijk niet meer nodig. Of misschien slaapt hij 's morgens wel erg lang uit. De dagindeling wat aanpassen kan dan helpen.
Word niet boos als je kind niet naar bed wil, maar herhaal de regels nog een keer. Blijf zelf geduldig en kalm. Een vast ritme en slaapritueel geven duidelijkheid.
Je kind slaapt niet door
Elk kind wordt 's nachts wel eens wakker. Bijvoorbeeld als het dorst heeft of akelig gedroomd heeft. Het kan verkouden zijn of misschien zijn er spanningen in het gezin of komen er bijzondere feestdagen aan. Geef je kind dan wat te drinken of troost het. Meestal slaapt je kind gewoon weer verder. Houd dit troostmoment kort, zodat je kind het knuffels en kusjes krijgen in de nacht niet al te gezellig gaat vinden. Je wilt niet dat het wakker worden en troost krijgen een gewoonte wordt. Geef je kind de volgende morgen een compliment, omdat het weer is gaan slapen.
Je kind kruipt bij jou in bed en dat wil je liever niet
Vraag wat er aan de hand is. Is je kind angstig, troost het dan even. Breng het weer terug naar het eigen bed. Neem de tijd om je kind tot rust te laten komen en laat het in het eigen bed weer in slaap vallen. Als je kind er weer uit komt, herhaal dit ritueel dan. Als je kind in je bed kruipt zonder je wakker te maken, herhaal dit ritueel dan zodra je wakker wordt. Houd dit vol. Als je wisselend reageert, dan kan die onduidelijkheid ervoor zorgen dat het langer duurt voordat je peuter gewend is in zijn eigen bed te slapen.
Je kind komt steeds uit bed
Blijf rustig en breng je kind terug naar bed. Voel je niet schuldig dat je je kind meteen terugbrengt naar bed. Je kind heeft aandacht en tijd gekregen bij het naar bed brengen. Word ook niet boos. Als je kind weer uit bed komt, zeg dan duidelijk dat je wilt dat het in bed blijft. Blijf het met geduld steeds weer in bed terug leggen en vertel dat je wilt dat je kind in bed blijft. Dit kan in de eerste periode veel tijd kosten, maar als je geduldig blijft en volhoudt, lukt het zonder dat het akelig wordt voor je kind. Is er nog een ouder of verzorger in huis, laat deze je kind dan ook eens terugbrengen. Zo weet je kind dat iedereen wil dat het gaat slapen. Prijs je kind voor de keren dat het wel in bed blijft.
Sommige kinderen slaapwandelen tijdens de eerste uren van de (diepe) slaap.
Je kind huilt 's nachts
Kijk of er iets aan de hand is. Als je kind geen pijn heeft en niet ziek is, kun je het met een knuffel en kalmerende woorden weer tot rust brengen in bed. Als je kind bang is, doe dan hetzelfde. Ga daarna weer rustig weg. Bij sommige kinderen helpt het om een lapje of knuffeltje, dat je als ouder overdag op je huid gedragen hebt, 's nachts aan je kind te geven. Dat geeft een vertrouwd gevoel. Je kind heeft dan het gevoel dat papa of mama toch een beetje bij hem of haar is.
Tips
- Stel een vast bedritueel in, dat ongeveer 20 tot 30 minuten duurt. Je kind weet dan waar het aan toe is.
- Gebruik een vast slaapschema. Zorg dat je kind elke dag rond dezelfde tijd opstaat en naar bed gaat.
- Breng je kind naar bed in een gezellige, ontspannen sfeer. Zeg wel duidelijk dat het nú tijd is om te gaan slapen.
- Zorg voor een rustige en donkere slaapkamer. De optimale kamertemperatuur ligt tussen 16 en 18 graden. Gebruik eventueel een nachtlampje.
- Maak je slaapkamer en het bed gezellig. Breng je kind hier niet naartoe als het iets heeft gedaan wat niet mag. De slaapkamer mag je peuter geen onprettig gevoel geven.
- Ga een halfuur voor bedtijd over op rustige spelletjes of activiteiten.
- Ga overdag regelmatig naar buiten met je kind en laat het lekker bewegen in de buitenlucht.
- Ga bewust om met media. Als peuters te veel spelen met een tablet of telefoon kan dit problemen met slapen geven. Laat je kind een uur voor het slapen niet meer naar een beeldscherm kijken. Natuurlijk is er ook geen televisie, tablet of computer in de slaapkamer.
- Geef twee uur voor het slapengaan geen zware maaltijden aan je kind.
- Als jij de voorkeur hebt dat je kind in het eigen bed slaapt, wees dan duidelijk naar je kind. Als je wisselend reageert, dan kan die onduidelijkheid ervoor zorgen dat het langer duurt voordat je peuter gewend is in zijn eigen bed te slapen.
- Vind je het niet zo'n probleem wanneer je kind bij je in bed slaapt, dan helpen bovenstaande tips natuurlijk ook. Zorg altijd dat het samen slapen veilig gebeurt.
Als je alle tips die hierboven staan al hebt geprobeerd en je peuter toch niet rustig zelf kan slapen, kan dit een probleem voor je worden. In dat geval kun je contact opnemen met de Jeugdgezondheidszorg of met je eigen huisarts.