Fysieke gezondheid
Hoe verloopt een 13- of 20 wekenecho?
Je bepaalt zelf of je de 13- of 20-wekenecho wilt laten uitvoeren. Als er tijdens de echo een ernstige lichamelijke afwijking wordt gevonden, bepaal je ook zelf of je vervolgonderzoek wilt laten doen.
Gesprek voorafgaand aan de echo
Voor de 13- of 20-wekenecho heb je eerst een gesprek met de verloskundige, huisarts of gynaecoloog. Tijdens dit gesprek kun je al je vragen stellen. Als je ervoor kiest een 13-wekenecho te laten doen, doe je mee aan een wetenschappelijke studie. Daarin wordt bekeken of deze echo definitief moet worden ingevoerd. Meer informatie over deze studie lees je op deze site van het RIVM .
In het gesprek krijg je ook informatie over:
- het onderzoek;
- de manier waarop het onderzoek wordt uitgevoerd;
- de betekenis van de uitslag;
- lichamelijke afwijkingen die met de echo ontdekt kunnen worden, zoals een open rug of open schedel.
Tijdens de echo
Tijdens de echo lig je op je rug. Degene die de echo uitvoert, zal je vragen om je buik te ontbloten. Daarna krijg je wat gel op je buik en wordt er een echoapparaat over je buik bewogen. Vanaf dat moment verschijnen de echobeelden op een monitor. De echo werkt met onhoorbare geluidsgolven en brengt geen risico's met zich mee voor moeder en kind.
De 13- en 20-wekenecho bij tweelingen
Ben je in verwachting van een tweeling? Dan worden beide kindjes apart onderzocht.
De uitslag van de echo
De uitslag van de 13-wekenecho krijg je meestal direct na afloop. Bij de 20-wekenecho (en niet bij de 13-wekenecho) is het verplicht dat een lijstje zaken gecontroleerd wordt. Als de echoscopist niet alles goed heeft kunnen zien, moet je nog een keer terugkomen. Als er bij de echo een lichamelijke afwijking wordt gezien, zijn de gevolgen voor je kind niet altijd duidelijk. De echoscopist zal de afwijking(en) noemen, zodat je de uitslag eerst kunt verwerken. Daarna krijg je een apart en uitgebreid gesprek met de verloskundige, huisarts of gynaecoloog over mogelijk vervolgonderzoek.