Zwanger
Net na de bevalling
Net na de bevalling wordt de navelstreng doorgeknipt en volgt de nageboorte. Daarna is het tijd voor de eerste borstvoeding.
Navelstreng
Na de geboorte is de baby nog even met de moeder verbonden via de navelstreng. Vlak na de geboorte stroomt er nog bloed door de navelstreng naar je baby. Je baby gaat nu zelf ademhalen en heeft de verbinding met jou niet meer nodig. Na enkele minuten houdt de navelstreng op met kloppen: er stroomt geen bloed meer door.
De arts of verloskundige klemt de navelstreng af met een navelklemmetje. In veel gevallen mag je partner daarna de navelstreng doorknippen.
Nageboorte
Enkele minuten tot een uur nadat je baby is geboren, volgt de nageboorte (de placenta of moederkoek). Soms glijdt deze heel makkelijk naar buiten, maar meestal moet je even meepersen. De moederkoek zit vast aan de binnenkant van je baarmoeder. De verloskundige geeft soms een injectie om de nageboorte te versnellen.
Zodra de placenta eruit is, controleert de verloskundige of deze compleet is. Er mogen geen stukjes in de baarmoeder achterblijven, omdat ze ontstekingen of nabloedingen kunnen veroorzaken.
De eerste voeding
Kort na de bevalling laat je je baby voor het eerst aan je borst drinken. Je kindje is dan heel wakker en wil graag zuigen. Dat is een goed moment om te oefenen, en zo leer je elkaar ook kennen. Houd je kindje lekker vast en streel het zachtjes. Dat is geruststellend in deze nieuwe situatie.
Wil of kun je geen borstvoeding geven? Geef je baby dan kunstvoeding (flesvoeding) die goed is voor pasgeboren zuigelingen.