Zwanger
De baby aanleggen
Met ‘aanleggen’ bedoelen we je baby aan de borst leggen. Het duurt soms even voordat dat goed lukt, omdat je baby moet leren om goed te happen. Je kunt eventueel je kraamverzorgende om hulp vragen.
Tips bij het aanleggen
- Leg je baby zo bij de borst dat hij goed bij de tepel kan.
- Je baby ligt helemaal naar jou toe, dus met zijn buik tegen jou aan.
- Zijn hoofdje, nek en rug vormen één rechte lijn.
- Hij ligt met zijn neusje tegenover de tepel.
- Zijn hoofdje heeft de ruimte om naar achteren te bewegen.
- Zorg dat je baby kan happen. Streel je tepel langs de lippen van je baby. Meestal doet hij dan zijn mond open.
- Wacht totdat zijn mond ver open is, zo ver als bij geeuwen.
- Let erop dat zijn tong onder in zijn mond ligt.
- Zeg eens het woord ‘open’. Doe je mond daarbij ver open en steek je tong uit! Je baby kan jou al in de eerste weken goed nadoen.
- Is zijn mond goed open? Dan breng je hem snel naar je borst.
- Leg je hand op zijn bovenrug of in zijn nekje, waar zijn haar begint. Duw niet tegen zijn achterhoofd. Hij gaat dan terugduwen en dat maakt het juist moeilijker.
Zo drinkt je baby
- Je baby heeft een groot deel van de tepelhof in zijn mond. Vooral aan de onderkant van de tepel.
- Met zijn tong en zijn onderkaakje drinkt hij.
- Zijn lippen zijn naar buiten gekruld.
- Zijn kin ligt in je borst gedrukt.
- Hij ademt via zijn neus.
- Hij heeft een zuigritme, je hoort je kind regelmatig slikken.
- Je kunt zijn neus meer vrijmaken en lucht geven door zijn billen naar je toe te trekken.
Je baby van de borst halen
Aan het eind van de voeding worden de pauzes langer en het zuigritme verandert. Je ziet dan geen grote kaakbewegingen meer, maar kleine, korte bewegingen alleen met zijn mond. Meestal laat je kind vanzelf los of valt het in slaap.
Soms moet je het van de borst halen. Het kan zijn dat je kind zich stevig heeft vastgezogen. Je kunt dan het volgende doen.
- Duw voorzichtig je pink in het mondje.
- Draai je pink, totdat er genoeg ruimte is om je tepel uit de mond te halen.
- Kies een andere vinger als er meer ruimte nodig is.
- Trek je kind nooit van de borst!
- Doen je tepels pijn? Wissel je borsten dan vaker af en vraag hulp.
Houd je kind na de voeding overeind voor een boertje. Daarna, eventueel na het verschonen van de luier, bied je hem de andere borst aan.