Ga naar pagina inhoud

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Driftbuien

Als kinderen ouder worden, moeten ze leren met hun emoties om te gaan. Boosheid is een van de emoties die niet zo makkelijk is om mee om te gaan. Je kind moet leren dat je boosheid wel mag voelen en uiten, maar dat het niet de bedoeling is om te gaan slaan of schoppen.

Boosheid uiten

Er zijn kinderen die de neiging hebben om snel kwaad te worden. Ze voelen frustratie, bijvoorbeeld als iets niet lukt of mag, en uiten dat door te schoppen en te slaan of met spullen te gooien. Als je vraagt waarom ze dat doen, antwoorden ze bijvoorbeeld: 'Omdat mijn buik vond dat dat moest.'

Hoe ga je om met agressief gedrag?

  • Benoem kort dat je ziet dat je kind boos is: 'Ik zie dat je boos bent omdat je nu je speelgoed moet opruimen.' Door de emotie te benoemen, voelt je kind zich gehoord en begrepen.
  • Vertel op een rustige maar duidelijke toon welk gedrag je niet accepteert en waarom niet: 'Je mag je broertje niet schoppen, dat doet hem pijn.' Op die manier stel je duidelijke regels en grenzen waardoor het geweten van je kind zich kan ontwikkelen.
  • Laat merken dat je begrijpt wat je kind wil. Zeg bijvoorbeeld: 'Ja, je wilt zo graag nog verder spelen' of: 'Jij houdt zo van spelen met de lego.' Daar worden kinderen meestal rustiger van.
  • Blijf bij je kind in de buurt en wacht tot de boosheid afneemt.
  • Vertoont je kind ongewenst gedrag, grijp dan in. Sommige kinderen gaan bijvoorbeeld met spullen gooien als ze driftig zijn of willen jou slaan of schoppen. Sla of schop niet terug en schreeuw ook niet tegen je kind. Stop met waar je mee bezig bent en vertel je kind welk gedrag moet stoppen en waarom. Zeg bijvoorbeeld 'Benjamin, stop nu met slaan. Je doet mij pijn, ik wil dat je hier meteen mee stopt en rustig wordt.' Zorg ook dat je bij je kind in de buurt bent, maar niet zo dichtbij dat het makkelijk is om in je gezicht geraakt te worden. Voor kinderen is het eng als ze hun ouder pijn doen, dat kan de boosheid erger maken.
  • Geef positieve aandacht als je kind weer rustig is. Geef je kind een compliment en een knuffel.

Tips

  • Om je kind te helpen, kun je als ouder uitleggen dat het prima is als je buik voelt dat je boos bent, maar dat je dan eerst je hoofd moet vragen wat de oplossing is. 'Eerst praten, dan doen' is bijvoorbeeld een goed antwoord, of: 'Als iets niet lukt en je wordt boos, vraag dan om hulp.'
  • Je hoeft niet toe te geven aan de boosheid van je kind. De verleiding is vaak groot om je kind zijn zin te geven. Als je dat doet, lijkt het alsof je de boosheid voorkomt. Toch is dat niet zo. Je kind zal op andere momenten op zoek gaan naar de verschillen tussen jouw grenzen als ouder en zijn eigen wil. Het is belangrijk om steeds hetzelfde te reageren als je een grens stelt. En de emotie die erbij hoort rustig te benoemen.
  • Verwacht je niet te veel van je kind? Een kleuter kan het bijvoorbeeld nog niet volhouden om de hele maaltijd aan tafel te blijven zitten. Als je iets vraagt van je kind wat het nog niet kan, wordt het alleen maar bozer.

Te vaak agressief gedrag

Als de tips niet helpen en je merkt dat je kind te vaak boos is, zijn eigen agressie niet in de hand kan houden, of dat jij als ouder steeds erg gefrustreerd raakt, zoek dan professionele hulp via de huisarts of via de jeugdgezondheidszorg bij jou in de buurt.