Ga naar pagina inhoud

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Agressief gedrag

Het gedrag van jongeren in de puberteit wordt sterk beïnvloed door hun hormonen. Daarnaast gebeurt er van alles in de hersenen en zijn ze bezig een eigen identiteit te vormen. Ze weten nog niet precies wie ze zijn en hoe ze met allerlei gebeurtenissen moeten omgaan. Daardoor worden ze af en toe heel boos en soms zelfs agressief. Er bestaat wel een verschil tussen de puberteit en agressief gedrag.

Sla niet terug

Beantwoord agressief gedrag niet met agressie. Dus als je kind slaat, sla dan niet terug. Kinderen slaan is in Nederland bij wet verboden. Stemverheffing of schreeuwen helpt ook niet. Vaak werkt het beter om kinderen even weg te sturen, bijvoorbeeld naar hun eigen kamer. Je kunt dan in ieder geval allebei even tot rust komen.

Wat doe je aan agressief gedrag?

Wanneer je allebei afgekoeld bent, is het belangrijk dat je met je kind over het gedrag praat.

  • Vertel op een rustige maar duidelijke toon dat je dit gedrag niet accepteert.
  • Geef je kind daarbij ook de ruimte om uit te leggen wat het voelt en waarom het zich zo gedraagt.
  • Toon begrip, geef je kind het gevoel dat je er voor hem of haar bent en bedenk samen hoe je kind de volgende keer beter kan reageren of hoe je kind bepaalde situaties beter kan oplossen.
  • Wees uiteindelijk wel duidelijk welk gedrag niet door de beugel kan en stel ook duidelijke regels en grenzen.
  • Als je de vrienden van je zoon of dochter leert kennen en weet wat hun invloed is, kun je je kind leren om tegen sommige groepsactiviteiten 'nee' te zeggen.

Andere manieren van afreageren

Activiteiten waarin jongeren zich lichamelijk kunnen afreageren, zoals sport, werken vaak goed om agressief gedrag te verminderen. Goede voorbeelden zijn atletiek, hardlopen, voetballen, volleyballen, zwemmen, judo of tennissen.

Cursussen

Soms helpt het om je kind een cursus sociale vaardigheden te laten volgen. Daar leren jongeren hoe ze op een positieve manier met anderen om kunnen gaan en wat ze kunnen doen in lastige situaties zoals ruzies. Daarnaast zijn er 'agressieregulatietrainingen' (ART) die jongeren manieren aanleren om hun boosheid anders te uiten en zichzelf te beheersen. Daarbij leren ze zich bewust te worden van hun eigen gevoelens en gedrag. Wil je weten welke cursus of therapie bij jullie of jouw kind past? Vraag je huisarts of de jeugdgezondheidszorg in jouw wijk naar meer informatie.

Gezinstherapie

Ook het gezin kan meehelpen om het probleemgedrag bij pubers te verminderen. Dit kan door gezinstherapie of multisysteemtherapie. Bij gezinstherapie gaat het vooral om aanpassingen in het opvoedgedrag van ouders. Bij multisysteemtherapie helpen ook andere systemen zoals familie, vrienden en school mee aan verbetering. Meer informatie kun je vragen bij de jeugdgezondheidszorg in jouw wijk.

ODD en CD

Als dwars, negatief, agressief en vijandig gedrag langer dan vier maanden aanhoudt, kan er sprake zijn van een psychisch probleem: ODD (Oppositional Defiant Disorder). Een nog heftiger probleem is CD (Conduct Disorder), waarbij kinderen meestal ook antisociaal en misdadig gedrag vertonen. Deze gedragsstoornissen gaan vaak gepaard met andere problemen, zoals verslaving (bijvoorbeeld alcoholverslaving), ADHD en stemmingsstoornissen.

Meer informatie over ODD en CD vind je op de website Balansdigitaal.nl. Dit is de oudervereniging voor ouders van een kind met leer- en gedragsproblemen.

Zoek hulp

Als het te ver gaat of als je het niet meer aankunt, is het belangrijk dat je op tijd kinder- en jeugdpsychiatrische hulp zoekt. Je kunt daarvoor eerst contact opnemen met de huisarts of met de jeugdgezondheidszorg bij jou in de buurt.