Ga naar pagina inhoud

Ouderschap

In het hier en nu blijven

Wanneer je kind een beperking, stoornis of ziekte heeft, kun je allerlei zorgen over de toekomst hebben. Zorgen over de toekomst van je kind, bijvoorbeeld of het later wel zelfstandig kan wonen en werken. En zorgen over de toekomst van jullie gezin, bijvoorbeeld of je zelf nog wel kunt blijven werken. Het kan helpen om vooral in het begin zoveel mogelijk in het hier en nu te leven.

In het hier en nu blijven

Bewust of onbewust heb je vaak allerlei dromen voor je kind in de toekomst. Wanneer blijkt dat je kind een aandoening of ziekte heeft, kan dit toekomstbeeld er ineens heel anders uit zien. Vaak word je je dan pas bewust van alle dromen die je had. Bijvoorbeeld over de opleiding of carrière van je kind, of het krijgen van (klein)kinderen.

Het is heel logisch dat je hier over nadenkt, toch kan het helpen om niet teveel bezig te zijn met de verre toekomst. Het in het hier en nu leren omgaan met de beperking, stoornis of ziekte van je kind is al lastig genoeg. Bovendien valt er vaak nog maar weinig te zeggen over hoe de toekomst er precies uit gaat zien. Ieder kind is uniek, en dat geldt ook voor jullie gezin en de omgeving.

Grote beslissingen uitstellen

Vooral in het begin, kan het goed zijn om grote beslissingen uit te stellen. Denk aan een verhuizing, het stoppen met werken, of de wens voor nog een kind. Wie weet zijn er later aanpassingen aan het huis nodig, of blijkt dat het handig is als jullie op een andere plek gaan wonen. Op het moment dat de zorg eenmaal goed geregeld is, kan een baan ook fijn zijn en afleiding geven. Een volgende zwangerschap en kind vraagt om voldoende (mentale) rust en ruimte.

Praten met lotgenoten

Soms is het fijn om met lotgenoten te praten, bijvoorbeeld over de gedachten en zorgen die je hebt over de toekomst. Je kunt aan ouders vragen welke keuzes zij hebben gemaakt, hoe ze hierop terugkijken en wat zij zouden adviseren. Dit kun je meenemen in het maken van keuzes die bij jou en je gezin passen.