Ga naar pagina inhoud

Lichamelijke ontwikkeling

Motoriek 6 tot 12 maanden

Het tweede halfjaar leren kinderen steeds beter grijpen en voorwerpen vastpakken. Ze volgen alles wat beweegt met hun ogen en proberen het te pakken.

Coördinatie van ogen en handen

De ogen en handen werken al goed samen. Je kind kan bijvoorbeeld zelf een koekje eten. Het leert een voorwerp, bijvoorbeeld een speeltje, door te geven van de ene hand naar de andere. De fijne motoriek wordt al een stuk beter en kinderen leren nu kleinere voorwerpen vast te pakken. Een poosje later kunnen ze ook een klein voorwerp met duim en wijsvinger oppakken. Rond de 9 maanden begint je kind uit een bekertje te drinken.

Gebaren maken

In deze fase gaan kinderen in de handen klappen en zwaaien, en maken ze steeds beter duidelijk wat ze willen door te wijzen en gebaren te maken.

Zitten, kruipen en staan

Je kind leert zitten en kruipen. Rond de 9 maanden gaat je kind zich optrekken om te gaan staan. Vanaf een maand of 11 kunnen sommige kinderen langs de tafel lopen waarbij ze zich vasthouden, en soms al eventjes los staan. Dat zijn belangrijke nieuwe ontwikkelingen. Je kind ziet de wereld nu heel anders. Het kan meer, ziet meer en ontdekt meer.

Veiligheid staat voorop!

Wanneer je kind eenmaal kan kruipen, wordt de veiligheid in en om het huis steeds belangrijker!