Ga naar pagina inhoud

Hulp en ondersteuning

Wandelen

Lekker naar buiten om te wandelen met je peuter is altijd fijn. In de zomer én in de winter. Er zijn verschillende mogelijkheden. Dat is afhankelijk van de leeftijd van je peuter en waar je wilt gaan wandelen. Hieronder vind je een aantal veiligheidstips voor als je je kind mee naar buiten neemt.

Wandelwagen of buggy

Je kunt je kind meenemen in een wandelwagen of buggy. Een wandelwagen is ruim en je peuter kan er lekker in zitten. Een buggy is veel lichter. Je kunt de buggy makkelijk inklappen en meenemen. Dat is heel praktisch in de auto of zelfs op de fiets. Maar een buggy is daardoor minder comfortabel voor je peuter.

Ga je wandelen met de wandelwagen of buggy? Let dan voor de veiligheid van je peuter op de volgende zaken:

  • Zet je kind altijd vast met een gordel of tuigje, zodat het er niet uit kan vallen.
  • Kan je kind nog niet goed zitten, maar moet je toch overstappen naar de wandelwagen? Zet dan de rugleuning van de wandelwagen helemaal plat.
  • Let er bij het wandelen goed op dat de handen niet buiten de wagen hangen. Zo kunnen de vingers van je peuter nergens tussen komen.
  • Zet de wagen altijd op de rem als je stilstaat.
  • Als je een tas meeneemt, kun je die beter in een net of een mand onder de wagen leggen. Als je hem aan de duwbeugel hangt, kan de wagen omvallen door het gewicht.

Op Veiligheid.nl lees je meer tips over het gebruik van de wandelwagen of buggy en bijbehorende accessoires.

Rugdrager

Als je peuter goed rechtop kan zitten kun je een rugdrager gebruiken. Dat is een rugzak met een frame en een stoeltje. Je kunt een rugdrager gebruiken tot je kind ongeveer vier jaar is. Het hangt af van het gewicht van je kind. Kijk daarom altijd even tot welk gewicht je peuter in de rugdrager kan. Het is belangrijk om de rugdrager bij elk gebruik te controleren op slijtage en te kijken of de sluitingen nog goed werken.

Als je peuter in de rugdrager zit, merk je misschien minder snel of je kind het te warm of te koud heeft. Contoleer daarom regelmatig hoe het gaat met je kind.

Met je peuter op je rug beweeg je natuurlijk minder makkelijk. Probeer rekening te houden met vooroverbuigen en achteroverbuigen. Het kan zijn dat je peuter boven je uitsteekt in de rugdrager. Let dan goed op dat je kind het hoofd niet stoot als je door een deur gaat of onder een boomtak doorloopt. Met een rugdrager kun je beter niet gaan sporten, fietsen of huishoudelijk werk doen. Dat kan gevaarlijk zijn voor je kind.

Zelf lopen

Als je kind zelf kan lopen, kun je ook met je kind aan de hand gaan wandelen. Maak de wandelingen in het begin niet te lang. De benen van je peuter zijn nog kort, dus je kind is sneller moe. Houd ook goed in de gaten dat je kind niet wegloopt, want peuters zijn nieuwsgierig en letten nog niet op het verkeer.