Ga naar pagina inhoud

Gedrag

Druk gedrag

Peuters zijn heel ondernemend. Ze zijn vaak de hele dag bezig, het ene kind nog meer dan het andere.

Oorzaken van druk gedrag bij peuters

Vind jij dat je peuter zich te druk gedraagt? Als je kind geen minuut stil kan zitten en van het een naar het ander springt, kan dat verschillende oorzaken hebben. Druk gedrag kun je vergelijken met gedachten die door je hoofd gaan. Dan is de ene gedachte nog niet af, of de andere dient zich al aan. Dit drukke gedrag kan komen doordat je kind op zoek is naar prikkels, of juist zo vermoeid is dat het zich niet kan concentreren op één ding. Het kan ook komen doordat je peuter spanning ervaart in huis, omdat er problemen zijn. Soms kan het zijn dat je peuter het liefste samen speelt en hulp nodig heeft om de aandacht op iets te richten. Als je merkt wat er aan de hand is, kun je daarop inspelen, bijvoorbeeld door even samen te spelen waarbij je interesse laat zien in het spel van je peuter. Als je kind moe is, is het handig om even rustig een boekje voor te lezen of het naar bed te brengen.

Druk gedrag voorkomen

Het hangt natuurlijk van de leeftijd af hoe lang je kind rustig kan spelen, maar ook het temperament speelt een rol. Het ene kind kan langer rustig spelen dan het andere. Dat is niet erg, maar houd er wel rekening mee.

  • Vaste regels en vaste gewoontes geven je kind rust en veiligheid.
  • Maak een dagindeling, eventueel met plaatjes, en bespreek die 's morgens met je kind. Een min of meer vaste dagindeling helpt drukke kinderen.
  • Kondig van tevoren aan wanneer er een andere activiteit aankomt Bijvoorbeeld: "Over vijf minuten ga je naar bed".
  • Laat steeds terugkerende activiteiten zoals opstaan, aankleden, wassen, eten en naar bed gaan, zoveel mogelijk volgens een vast patroon verlopen. Bijvoorbeeld: op een vast tijdstip in bad en pyjama aan. Daarna tanden poetsen en in de slaapkamer een verhaaltje voorlezen. Tot slot een kus en in bed.
  • Maak de maaltijd overzichtelijk. Eet zoveel mogelijk aan tafel. Plaats tijdens het eten niet meer op tafel dan echt noodzakelijk. Tv, computer, telefoons en dergelijke gaan uit. Soms is het handiger om het brood van tevoren klaar te maken. Een afgesloten beker is handig als de bekers vaak omgaan. Laat de maaltijd niet te lang duren.
  • Geef je kind weinig keuzes. Laat het wel kiezen, maar bijvoorbeeld uit slechts twee mogelijkheden.
  • Geef je kind ruimte en tijd om van alles te ontdekken in en rond het huis. Andere spullen dan speelgoed zijn vaak boeiend om mee te spelen: bijvoorbeeld pollepels, diepvriesbakjes, stoffer en blik en zand of aarde buiten: kinderen leren daar veel van. Het is fijn als ze dat van hun ouders mogen.
  • Zorg voor afwisseling in activiteiten en uitdagende materialen waar je kind veel mee kan doen, zoals bouwstenen of grote dozen om mee te bouwen.
  • Laat je kind regelmatig buiten spelen, ook als het slecht weer is. Blijf er wel zelf bij.

Aandacht voor je peuter

Als ouder heb je vaak de neiging om kinderen vooral aandacht te geven op momenten dat ze heel druk zijn.

  • Geef je kind ook aandacht als het rustig is. Dat hoeft niet uitgebreid. Soms is geboeid kijken naar hoe je kind speelt al voldoende. Soms kun je kort vertellen over wat je denkt dat je kind speelt of doet. Dit voelt fijn voor je kind: mama of papa is geboeid door wat ik doe, dus het zal wel 'belangrijk' zijn.
  • Je kind heeft veel positieve aandacht en complimenten nodig. Vertel dat je het fijn vindt dat je kind rustig speelt. Zo leert je kind wat je van hem verwacht. Je kind merkt dat je hem zíet en zal het goede gedrag vaker laten zien.
  • Soms moet je even zoeken, maar ieder kind laat elke dag ook gewenst gedrag zien. Ieder kind kan dus elke dag complimenten krijgen. Pluimpjes uitdelen is belangrijk voor een positief zelfbeeld en vergroot het zelfvertrouwen van je kind. Ook voor jezelf is het goed, omdat je zo doorkrijgt hoe vaak je kind zich wél goed gedraagt. Complimenten maken de sfeer in huis beter en daardoor ook het gedrag van je kind.
  • Laat je kind helpen bij je eigen werk: met een vochtig doekje de tafel afnemen, sperzieboontjes breken, grote-mensen-spullen samen opruimen, de droge was van de lijn of de droger aanpakken en ergens neerleggen. Het gaat er (nog) niet sneller door, maar het is wel gezellig en het maakt je kind trots.
    • Zoek met je kind, als het heel druk is, samen een activiteit die past op dat moment: iets met veel beweging buiten of juist een rustgevend spelletje. Bekijk of je kind juist behoefte heeft aan bewegen of juist aan minder prikkels. Als je samen kiest, kom je er meestal wel uit.
    • Speel af en toe met je kind of lees een boekje voor. Kijk goed naar de reacties, dan zie je wanneer het genoeg is voor je kind.

    Ruimte in huis

    Sommige kinderen hebben een rustige woonsituatie nodig, met bijvoorbeeld weinig geluid en rommel. Misschien helpt dit ook bij jouw kind. Zorg voor een eenvoudige en rustige inrichting van de slaapkamer/hoek van je kind. Dit is niet hetzelfde als saai. Vrolijke kleuren kunnen best, maar geen behang vol drukke figuurtjes of patronen.

    Leg niet te veel speelgoed los in de kamer. Beperk het aantal dingen waar je kind mee bezig kan zijn. Geef je kind één soort speelgoed tegelijk. Berg het speelgoed overzichtelijk op, liefst in een kast of in speelgoedboxen.

    Er zijn ook kinderen die juist veel uitdaging nodig hebben. Voor deze kinderen is het belangrijk dat ze veel kunnen spelen. Het is normaal dat je peuter jou graag in de buurt heeft. Je hoeft niet altijd samen te spelen, maar alleen op de eigen kamer spelen lukt vaak nog niet.

    Duidelijkheid

    Je kunt je kind al vanaf een jaar of 2 wat duidelijke regels leren. Regels leren gaat het makkelijkst als het logische regels zijn, die voor iedereen gelden en waar je je als ouder zelf ook aan kan houden. Daardoor leren kinderen wat je van hen verwacht.

    • Het moeten wel regels zijn die bij de leeftijd van je kind passen.
    • Probeer zo consequent mogelijk te zijn. Dat geldt voor het sturen van je kind, maar ook voor het geven van complimenten of het negeren van bepaald gedrag. Spreek als ouders onderling goed af hoe je zult reageren.
    • Houd er ook rekening mee dat peuters de regels nog snel vergeten. Verwacht dus niet te veel van je kind. Na het spelen speelgoed terug doen in de kist is voor een peuter al een klus.
    • Praat met je kind in korte, duidelijke zinnen.
    • Als je je peuter een opdracht wil geven, moet die opdracht kort en duidelijk zijn. Moeilijkere opdrachten laat je stap-voor-stap uitvoeren. Ook dan is een duidelijke uitleg nodig. Zeg niet: "Pak je jas", maar: "Ga naar de gang en pak je regenjas van de kapstok". Daarna geef je pas de opdracht om de laarzen te pakken.
    • je peuter kan beter luisteren als je hem vraagt je aan te kijken als je een opdracht geeft.
    • Laat kinderen om de beurt praten en naar elkaar luisteren. Zo leren kinderen op hun beurt wachten en naar anderen luisteren.

    Meer tips

    • Het veranderen van druk gedrag kost tijd en energie. Houd daar rekening mee.
    • Vooral heel actieve kinderen zijn gebaat bij veel buiten zijn.
    • Rust en regelmaat zijn belangrijk. Wat helpt zijn regels over waar geschreeuwd of gegild mag worden - en waar niet.
    • Geef positieve aandacht en complimenten aan je kind. Probeer minder te mopperen, maar je kind juist te prijzen als het fijn speelt of ander goed gedrag laat zien.
    • Laat je peuter het liefst met niet meer dan één vriendje tegelijk spelen. Peuters en vooral wat drukkere peuters kunnen nog wel eens plotseling en zonder nadenken iets doen. Rekening houden met een ander kind is voor je peuter nog moeilijk. Er kan ruzie van komen, waarbij je kind geen andere oplossing meer ziet dan slaan. Als je kind een ander kind pijn doet moet je natuurlijk ingrijpen: haal je je peuter even uit de situatie. Probeer je peuter af te leiden en te kalmeren. Neem je peuter zo nodig even op schoot. Wanneer hij weer rustig is, kun je hem uitleggen wat er mis is gegaan.
    • Zorg voor afwisseling in activiteiten en uitdagende materialen waar je kind veel mee kan doen, zoals bouwsteentjes of grote dozen om te bouwen.
    • Neem regelmatig een moment rust, bijvoorbeeld door met je kind een boekje te lezen.
    • Onverwachte gebeurtenissen zijn niet goed voor een druk kind. Probeer ze te vermijden.
    • Bereid je kind voor op nieuwe situaties. Doe dit niet te lang van tevoren. Bijvoorbeeld: wanneer er een verjaardag gevierd gaat worden kun je de opeenvolgende gebeurtenissen beschrijven. Dat geldt ook voor bezoek, vakanties en uitstapjes.
    • Je wil niet de hele dag lopen waarschuwen en verbeteren. Kies er dus voor om sommige minder storende negatieve gedragingen te negeren in plaats van proberen aan te passen.
    • Neem regelmatig contact op met de medewerkers van de peuterspeelzaal of kinderopvang. Ook als je denkt dat het goed gaat! Probeer met de leiding daar op één lijn te zitten over de aanpak van je kind.
    • Voel je nooit schuldig als je kind ondanks alle structuur, positieve aandacht, begrip, geduld en liefde toch druk is. Sommige kinderen zijn van nature druk. Vaak gaat het de ene dag beter dan de andere dag. Blijf je kind wel bijsturen!
    • Een drukke peuter is een extra uitdaging in de opvoeding. Regelmaat en voorspelbaarheid zijn heel belangrijk voor deze kinderen. Ze hebben veel steun nodig, Het is daarom belangrijk dat je niet te snel met een oordeel klaarstaat en denkt dat je kind expres zo druk doet.

    Blijf goed voor jezelf zorgen

    Zorg dat je voldoende aan jezelf toe komt. Als jij goed uitgerust en goedgehumeurd bent, kun je veel meer van je drukke kind hebben. En dat heeft dan weer een positief effect op het gedrag van je kind.

    Voel je nooit schuldig als je kind ondanks alle structuur, positieve aandacht, begrip, geduld en liefde toch druk is. Sommige kinderen zijn van nature druk. Vaak gaat het de ene dag beter dan de andere dag. Blijf je kind wel bijsturen!

    Het kan heel prettig zijn om af en toe je hart te luchten bij je partner, familie of kennissen. Bespreek eventueel het gedrag en de 'gebruiksaanwijzing' van je kind met ouders van vriendjes. Dat maakt de kans groter op begrip en goede reacties op het gedrag van je kind.

    Zoek hulp

    Als het niet lukt om te gaan met het drukke gedrag van je kind, of als je vermoedt dat je kind gedrag laat zien dat aan ADHD doet denken, neem dan contact op met een hulpverlener. Je kunt terecht bij je eigen huisarts of bij de jeugdverpleegkundige of jeugdarts van de Jeugdgezondheidszorg. Er kan onderzoek gedaan worden naar mogelijke oorzaken van het drukke gedrag van je peuter en - als het nodig is - kan er hulp geboden worden. Pas op de basisschoolleeftijd kan definitief worden vastgesteld of je kind ADHD heeft of niet.

    Op Thuisarts.nl vind je meer informatie over als je kind vaak erg druk is.