Fysieke gezondheid
Bloedarmoede
Heel veel vrouwen krijgen last van bloedarmoede tijdens de zwangerschap, vooral in de laatste maanden. De oorzaak van bloedarmoede is een te laag hemoglobinegehalte (Hb) en een tekort aan ijzer en foliumzuur in het bloed.
Het juiste hemoglobinegehalte
Het hemoglobinegehalte (Hb) staat voor het aantal rode bloedlichaampjes in je bloed. Standaard wordt bij zwangere vrouwen het Hb-gehalte in het bloed gemeten. Een normale Hb-waarde is 7,5 mmol/l. Rond de 30 tot 32 weken mag dit 6,3 mmol/l zijn.
Het Hb-gehalte is gemakkelijk en snel te meten met een druppeltje bloed uit je vinger. Deze controle wordt gedaan aan het begin van je zwangerschap en later nog eens. Als je Hb-gehalte te laag blijkt te zijn, moet er ook gekeken worden of het ijzergehalte en het foliumzuurgehalte in je bloed op peil zijn.
Symptomen van bloedarmoede
Het is altijd goed om zelf aan de bel te trekken als je klachten hebt. De klachten die bij ijzertekort of bloedarmoede horen zijn onder andere:
- lichtheid in het hoofd;
- duizeligheid;
- (extreme) vermoeidheid;
- een versnelde hartslag;
- bleek zien;
- zweten;
- oorsuizen.
Ook kramp in de benen en een pijnlijke tong komen voor.
Deze symptomen treden op doordat je bloed te weinig zuurstof bevat om alle delen van je lichaam goed te voorzien. Wat voorradig is, gaat eerst naar de ongeboren baby.
Eerst meten
Als je Hb-waarde te laag blijkt te zijn of als je klachten hebt die op bloedarmoede wijzen, laat dan in ieder geval altijd je bloed controleren. In overleg met de arts of verloskundige krijg je ijzerpillen met foliumzuur of een ijzer- en foliumzuurhoudend drankje voorgeschreven. Het is niet aan te raden om ijzerpreparaten te slikken zonder eerst een arts te raadplegen. Laat eerst je bloed onderzoeken, want te veel ijzer in je bloed kan schadelijk zijn.
Het belang van behandelen
Bloedarmoede is meestal goed te behandelen. Daarom wordt het probleem eerder als vervelend dan gevaarlijk gezien, maar als het niet behandeld wordt, kan dat zeker bij een zeer lage Hb-waarde negatieve gevolgen hebben. Dan is er namelijk kans dat de foetus weinig zuurstof krijgt. Dat schaadt de ontwikkeling en leidt soms tot vroeggeboorte.